Tips voor de voorlezer: oefen je voorleestalent

Voorlezen is niet moeilijk. Iedereen kan het. Zeker met deze tips van Iedereen Leest.

  1. Kies een boek dat je zelf leuk vindt. Alles staat of valt met je eigen enthousiasme.
  2. Zoek een boek  dat bij je kind en bij het moment past. De ene keer is een kort stukje of een gedicht ideaal, de andere keer is een lang vervolgverhaal misschien spannend.
  3. Lees het boek eerst zelf. Kwestie van snel en makkelijk te kunnen inspelen op de reacties van je kind.
  4. Voorlezen is gezelligheid. Kruip dicht bij elkaar, ga lekker liggen, zorg voor fijn licht.
  5. Voorlezen hoeft niet lang te duren, maar vraagt wel aandacht. Zoek daarom een rustige omgeving.
  6. Iedereen kan voorlezen en iedereen heeft zijn eigen stijl. Doe je eigen ding – met of zonder stemmetjes, met of zonder afwijkingen van de tekst.
  7. Speel met ritme, intonatie, snelheid, enz. om leven en spanning in de tekst te brengen. Maar overdrijf niet. Vergeet tip nummer 6 niet.
  8. Alle beetjes tellen. Elke dag een kwartier voorlezen is zeker zo goed als één keer per week een uur.

Meer voorlees- en boekentips op www.voorleesweek.be



KvK2014_Bibliotheek Mechelen (c) Bart Van der Moeren