Iedereen kan kunst maken

Hoe begin je aan zo’n campagnebeeld, Carll?

“Eerst maak ik een boel schetsen. Overal op de tekentafel liggen dan stukjes papier met losse elementen op. Eens het beeld dan vorm krijgt in mijn hoofd, puzzel ik alle stukjes ineen tot een geheel. Dat rommelige, die chaos, terwijl je toch naar iets toe werkt, dat wou ik in deze affiche krijgen.”

 

Er valt veel op de affiche te ontdekken. Op welk bijzonder detail wil jij kinderen wijzen?

“Bovenaan staan twee figuren die aan het schilderen zijn. Ze maken een kindertekening die toch maar mooi samen met het woord ‘Kunst’ op een affiche staat. Terecht, want wat zij maken, is ook echte kunst. Ik wou dat ik nog kon tekenen als een kind. Bevrijd van de bagage die ik meedraag.”

 

Hoe heb je zelf als kind kunst en cultuur beleefd?

“In mijn kindertijd was het moeilijk om toegang tot kunst en cultuur te krijgen. Zeker in het plattelandsdorp waar ik woonde. Dat ik begon te tekenen, is eigenlijk te danken aan Soubry. Op hun pastaverpakkingen stonden toen spaarpunten. Had je er 40 dan kreeg je 4 reproducties van kunstenaars. In het eerste mapje dat ik kreeg, zat werk van Ensor. Ik weet nog dat ik er ‘Skeletten warmen zich’ uithaalde. Ik was toen 9, denk ik, en had een soort van aha-erlebnis.”

 

Waar zit volgens jou de grote meerwaarde van een evenement als Kunstendag voor Kinderen?

“Dat kinderen met allerlei disciplines in aanraking kunnen komen én dat hun verbeelding gestimuleerd wordt. Dat laatste is echt onmisbaar. Want hoe goed je ook kan tekenen of schilderen, als je geen verbeelding hebt, wordt het lastig om iets moois te scheppen.”



© Michiel Devijver